Verslagen PWG Gent


GE DIGITAL CAMERA


Streepjaar 2023

Verslag Algemene Vergadering PWG 27/01/2023:
De Stek (naast NMC Jan Hublé – Bourgoyen) – Mariakerke

Annick Verstraete

We zijn weer vertrokken.

27 januari 2023 blikten we terug op het streepjaar van 2022 en gaven we onze plannen prijs voor 2023. Altijd interessant zo’n mijmering over onze vondsten van het vorige jaar en de nieuwsgierigheid naar het volgende streepseizoen.

Willy had alles keurig op een rijtje gezet. Uit de samenvatting bleek dat ons jaarlijks gemiddelde in 2023 significant was gestegen. We spreken dan over het aantal streepjes en ook wel het aantal soorten gestreepte planten. Dat valt gemakkelijk te verklaren door de deelnemers te bekijken. Er kwamen dat jaar een aantal ‘die-hards’ regelmatig mee. Onze kennis van de Gentse plantengroei kan er maar mee toenemen.

2979 streepjes werden gezet bij de namen van 701 plantensoorten gedurende 13 streeptochten. Het aantal verschillende mensen dat we bereikten was 73. Dat is toch wel een goed teken voor de interesse in planten. Het hoogste aantal deelnemers was bij de eerste streeptocht van het jaar in het Maaltebruggepark met 21 deelnemers. Gemiddeld gingen we op stap met 14 deelnemers. We moeten dus niet panikeren dat we eenzaam zullen moeten strepen.

We hebben ook eens nader gekeken naar een biotoop dat we in Gent niet kennen maar toch tot “Onze natuur” mogen rekenen: strand en duinen. Claude verzorgde een mooie fotoreeks van de kuststreek. Zo weten we dat er nog veel nieuwe planten te ontdekken zijn als je eens op uitstap gaat naar het noordwesten van ons land.

En natuurlijk hebben we de kalender voor 2023 voorgesteld met opnieuw 14 activiteiten. Je kan hem raadplegen op deze website onder de rubriek  “Plantenwerkgroepen – Natuurpunt Gent – Activiteiten PWG Gent”. Kom maar af!

Verslag PWG streeptocht 18/04/2023:
Omgeving Zoete Zonde – Munte, hok D3-42-44

Annick Verstraete

verslag volgt na 18 april

Streepjaar 2022


Verslag PWG streeptocht 26/04/2022:
Maaltebruggepark – Gent, hok D3-22-34

Annick Verstraete

Geheugentraining, zo beschouw ik mijn deelnames aan de plantenwerkgroep. In mijn middagpauze begon ik al even te oefenen om ’s avonds de eerste streeptocht in het Maaltebruggepark te verslaan. Dat viel fel tegen. Gelukkig waren tegen ’s avonds al veel plantennamen weer uit de winterse hersendieptes naar boven geklauterd. Oef, nu kon ik die 20 andere enthousiastelingen toch nog bijhouden.

We vertrokken over de fietsbrug van de ringvaart waar we soms met behulp van de verrekijker bevestiging van onze detecties kregen, zoals van een veldje Gewone veldbies. Aan het begin van het park stond er naast Vogelmuur ook Duinvogelmuur en even verder Drienerfmuur. Sinds het park een natuurlijker beheer kreeg, breidde de bosflora al wat uit: Kruipend zenegroen, Daslook, Bosanemoon, Gevlekte aronskelk, Boskortsteel, Groot heksenkruid en veel Hyacinthoides x massartiana. En lap, daar was die geheugendip weer. Ik had deze winter gelezen over de vegetatieve herkenning van beide bosviooltjes; wist nog dat het over de steunblaadjes en de stengelbladeren ging maar “de pointe” was de hersenmist in. Even later vonden we een bloeiend exemplaar van het verwachtte Bleeksporig bosviooltje met een bloem met die duidelijke groef in dat knotsvormig spoor; voor de streeplijst alvast die soort erbij. Voor de geïnteresseerden, en vooral voor mezelf, zocht ik het op mijn PC in het document dat ik “Vergeetblaadjes” heb genoemd.

Vind je één van de bosviooltjes dat nog in bloei moet komen dan kan je naar de steunblaadjes kijken. Die hebben “franjes”, waarvan de onderste ofwel korter zijn dan de breedte van het steunblad (Bleeksporig bosviooltje) ofwel langer dan de breedte van het steunblad (Donkersporig bosviooltje). Is er al een opgericht stengeltje boven de grondbladen dan kan je een tweede kenmerk bekijken: stengelbladeren smaller dan de grondbladeren wijzen op Bleeksporig bosviooltje; even brede wijzen op Donkersporig bosviooltje. Daar ga ik volgende keer toch eens naar kijken bij bloeiende exemplaren. Wie weet is dat een duidelijk kenmerk om (beter) niet te vergeten.

Het schemerde al snel op deze bewolkte dag. We waren aan de oevers aan het speuren en vonden Valse voszegge, Gele waterkers, Moeraswalstro en Gewone waterbies. Iemand gaf de opmerking dat het wat venig voelde onder onze voeten. Toen ontdekten we Egelboterbloem en verschillende Bosorchissen (wel gestreept als de groep Dactylorhiza maculata groep). Herman zag in zijn verbeelding de grasmachines al rondrazen en verwittigde achteraf de groendienst. Die gaan daar laat maaien dus even gaan wandelen in juni om bloeiend te bekijken en ondertussen even oefenen op een uitgebloeid bosviooltje (waarvan kelkaanhangsels die groter zijn dan 1 mm op Bleeksporig viooltje wijzen; kleiner dan 1 mm op Donkersporig). 188 soorten gestreept.

Verslag PWG streeptocht 10/05/2022: Borluutpark & Duddegem Sint-Denijs-Westrem, hok D3-21-43

Annick Verstraete

Een lappendeken van oude kasteelparken vormt het Parkbos, de westelijke groenpool van Gent. Het is duidelijk dat men hier wat met de natuur wil aanvangen maar dat men met de kastelen geen blijf weet. Het Borluutkasteel stond net buiten ons hok verder te vervallen. Voor kasteelparkliefhebbers viel ook al niet veel meer te watertanden; het park wordt vrij natuurlijk beheerd. De pelouse krijgt kruid tussen het gras zoals Tijmereprijs en Grasmuur.

De gekende voorjaarssoorten in de verwilderde parkbosrand werden doorspekt met soorten uit het verleden. Die houden stand en zaaien zich uit; een oefening in niet-streekeigen soorten: Donkere ooievaarsbek, Trachystemon oriëntalis, Mansoor, Cyclamen neapolitanum, …

Aan de achterzijde buiten het park liep een wegel naast een gracht met ondermeer Grote egelskop. We doorkruisten verderop een groot stuk ruigte. Daar vonden we net als vorig jaar in een ander deel van het parkbos, veel Amerikaans nagelkruid. Het grotere tuinbroertje van Geel nagelkruid dat blijkbaar evenzeer sterk uitzaait, toch in het westen van Gent.

Tussen de grasdallen voor een hangar van een boerderij werd de lijst sterk aangedikt. Daarvoor gingen we diep door de knieën en werden onze ogen zwaar op de proef gesteld. Allerlei mini-exemplaren bevolkten de gaatjes: Gewoon langbaardgras, Kleine en Grove varkenskers, Hoenderbeet, Kleverig kruiskruid, …

Iets verder was er nog het Duddegembosje waar we ook de derde ribessoort, nl. Zwarte bes konden noteren naast Aalbes en Kruisbes die we al in het park opmerkten. Terug goed naar de spitsere lobben kijken; even besnuffelen voor de cassisgeur en met het loepje de gele klieren onderaan het blad bekijken.

Het mooiste van het hok was hiermee voorbij. We keerden tussen de huizen terug naar de startplaats. Hier en daar noteerden we toch nog een wilde plant ons ogen sluitend voor de tuinplanten die hier en daar in de buurt van hun plantplaats een wilder randje opzochten.

De eindstreep werd op 201 soorten getrokken.

Verslag PWG streeptocht 17/05/2022: Begraafplaats en omgeving – Gentbrugge, hok D3-23-14

Willy Desmettre

Op deze mooie avond na een warme dag voelden 16 mensen zich geroepen om de Gentbrugse begraafplaats en de omgeving ervan uit te kammen om er de flora te inventariseren.

We startten in de Gentbruggekouter, waar we al de meeste gewone straatplanten konden aanstrepen.

Via de zijingang kwamen we dan op de begraafplaats. Achteraan vonden er enkele percelen met aangeplante en ingezaaide planten, waar we probeerden de wilde en sedert lang verwilderde planten te vinden. Zo zagen we er gewone duivenkervel (Fumaria officinalis) en brede ereprijs (Veronica austriaca subsp. teucrium), maar ook reeds de eerste exemplaren van de onderaardse klaver (Trifolium subterraneum). Deze laatste was trouwens overal op de begraafplaats in grote aantallen terug te vinden.


Onderaardse klaver boort zijn vruchten de aarde in (Annick Verstraete)

Eenmaal tussen de graven vonden we de onvermijdelijke varens als tongvaren, muurvaren en steenbreekvaren. Van de Lamium orvala, die hier enkele weken geleden volop in bloei stond, vonden we enkel nog de bladeren terug en van de Cardamine graeca, die hier een gekende groeiplaats heeft en hier vorig jaar in de natte lente sterk uitgebreid was, zagen we nu enkel nog 2 triestige plantjes. Het droge weer van de laatste weken heeft dit plantje zeker geen goed gedaan.

We schuimden verder het kerkhof af. Sommige planten als wondklaver (Anthyllis vulneraria) en kleine pimpernel (Poterium sanguisorba) zijn hier al zeer lang verwilderd te vinden in de grasvelden tussen de graven. Verder ook zandblauwtje (Jasione montana), klein vogelpootje (Ornothopus perpusillus), lathyruswikke (Vicia lathyroides), zilverhaver (Aira caryophyllea), kamgras (Cynosurus cristatus), gewoon langbaardgras (Vulpia myuros) en eekhoorngras (Vulpia bromoides). Uiteindelijk ging de meeste aandacht nog naar de gestreepte klaver (Trifolium striatum).


Gestreepte klaver en Paardengras (Annick Verstraete)

Daar het intussen reeds 20u30 was, hadden we onze oorspronkelijke plannen om ook de Dries, een bosachtig gebiedje aan de andere kant van het hok, aan te doen gewijzigd en spoeden we ons naar de dichterbij gelegen Rute-site, een nieuwbouwproject langs de Schelde. De appartementen zijn er al gebouwd, en intussen ook bewoond, maar gelukkig is de tuin er nog niet aangelegd, zodat we in de braak liggende zone nog verschillende interessante planten konden ontdekken.

Van ver vielen ons daar reeds de vele pollen paardengras (Ceratochloa cathartica) op, die in tegenstelling met de alaskadravik (Ceratocloa sitchensis) enkel korte kafnaalden heeft, korter dan 3 mm. Terwijl de knijten blote benen en armen teisterden, vonden we er verder naast de verschillende ganzenvoeten o.a. Hongaarse raket (Sisymbrium altissimum), kleine ratelaar (Rhinanthus minor) en valse kamille (Anthemis arvensis). Een hoge gele kruisbloemige plant met kale stengel en diep ingesneden bladen riep bij ons heel wat vragen op en niemand kon er direct een naam op kleven. Men dacht aan een Brassica of een Sisymbrium, maar geen enkele plant uit deze genussen leek overeen te komen met de gevonden plant. Achteraf kon de plant als middelste waterkers (Rorippa x anceps) gedetermineerd worden.

Op het Kerkplein beëindigden we de streeptocht met de obligate kransmuur (Polycarpon tetraphyllum), die nu in bijna alle Gentse straten terug te vinden is. Zo konden we de avond afsluiten met 248 aangestreepte planten.

Verslag PWG streeptocht 02/06/2022: Visserij Gent hok D3-22-22

Willy Desmettre

Voor deze avond hadden we een hok gekozen in het centrum van Gent, waarbij we vooral de omgeving van de Visserij en de Achtervisserij wilden verkennen. Na de voorbije koudere dagen hadden we vandaag een aangename avond en waren we met 14 personen samen gekomen voor de streeptocht.

We startten aan Gent Zuid, en trokken via het Sint-Annaplein richting Kasteellaan. Ondertussen konden we al de dichtbloemige kruidkers en de brede wespenorchis aanstrepen.

Ter hoogte van de brug gingen we het zuidelijk deel van de Achtervisserij in, waar ons de vele overblijvende ossentong en vijgenbladstokroos opvielen. Verder zagen we er klein glaskruid, stinkende lis, spoorbloem, bermooievaarsbek en beemdooievaarsbek.

Via de brug met welriekende ganzenvoet liepen we daarna in het zuidelijk deel van de Visserij en de Ferdinand Lousbergskaai. Daar zagen we de gekende groeiplaats van de Catalpa ovata, die zich o.a. onderscheidt van de trompetboom (Catalpa bignonoides) door de vorm van de bladen. Op de hoek met de Forelstraat stonden er grote aantallen straatwalstro, een plant die we steeds vaker terugvinden in het Gentse. Intussen zagen we op de kaaimuren op vele plaatsen muurhavikskruid en de verschillende varens als steenbreekvaren en zowel brede als gewone eikvaren. Ook kransgras, kransmuur en muurfijnstraal hadden we inmiddels al aan ons lijstje kunnen toevoegen.

Op het einde van het noordelijk deel van de Visserij zagen we zwartsteel op de kaaimuur en Hongaars havikskruid (Pilosella piloselloides subsp. bauhinii), dat zich o.a. door zijn uitlopers onderscheidt van de overige ondersoorten van het grijs havikskruid.

Na een rondje rondom de ruïne van de Sint-Baafsabdij, met o.a. de gekende groeiplaats van schubvaren, keerden we terug via de Achtervisserij, waar het zuidelijk kaasjeskruid (Malva pseudolavatera) een prachtige afsluiter was van onze geslaagde streepavond. Deze onderscheidt zich van het groot kaasjeskruid door de kleinere kroonbladen, met minder duidelijke strepen, de bijkelkslippen die aan de basis zijn samengegroeid, de dicht opeen geplaatste sterharen op de takken en de deelvruchtjes, die slechts weinig of niet netvormig gerimpeld zijn.

We konden de avond uiteindelijk afsluiten met 212 gevonden planten.

Verslag PWG streeptocht 09/06/2022: Muide Gent hok D3-12-24

Willy Desmettre

Hoewel de vrees voor de mogelijke files door de werken in die buurt sommigen had afgeschrikt, waren we toch met 11 personen om de Muide in Gent te verkennen. Ook het weer was ons gunstig gezind.

We begonnen op het braakliggend terrein aan de rotonde in de Port Arthurlaan. Als eersten vielen ons daar de Medicago’s op, waar zowel luzerne (Medicago sativa), sikkelklaver (Medicago falcata) als bonte klaver (Medicago x varia) te zien waren. We vonden er ook verschillende soorten nachtschade: beklierde nachtschade (Solanum nigrum subsp. schultesii), kleverige nachtschade (Solanum sarrachoides), driebloemige nachtschade (Solanum triflorum) en glansbesnachtschade (Solanum nitidibaccatum). Terwijl we het braakliggende terrein langs de Port Arthurlaan verder afliepen, ontdekten we nog heel wat interessante planten, zoals grijskruid (Berteroa incana), sofiekruid (Descurainia sophia), bleke morgenster (Tragopogon dubius), witte krodde (Thlaspi arvense), ronde ooievaarsbek (Geranium rotundifolium), rapunzelklokje (Campanula rapunculus), kleine leeuwenbek (Chaenorrhinum minus), kleinbloemige amsinckia (Amsinckia micrantha), gingellikruid (Guizotia abyssinica), lathyruswikke (Vicia lathyroides), ruige klaproos (Papaver argemone), blauw walstro (Sherardia arvensis), handjesgras (Cynodon dactylon) en verschillende zaailingen van vederesdoorn (Acer negundo). Na het bekijken van de vruchtjes van verschillende veldsla-planten, bleek het steeds om de gegroefde veldsla (Valerianella carinata) te gaan. Onder de draviken vonden we o.a. zwenkdravik (Anisantha tectorum), hoge dravik (Anisantha diandra) en alaskadravik (Ceratochloa sitchensis) en bij de Sisymbriums zagen we naast de gewone raket ook Hongaarse raket (Sisymbrium altissimum) en oosterse raket (Sisymbrium orientale). Een vergeet-mij-niet-achtige plant stelde ons eerst voor een raadsel, want ze was te groot voor een ruw vergeet-mij-nietje; het bleek uiteindelijk om stekelzaad (Lappula squarrosa) te gaan. Een merkwaardige vondst was zeker ook het akkerwalstro (Galium spurium). We zagen er ook verschillende ganzenvoeten, mogelijk Texaanse ganzenvoet en sneeuwbesganzenvoet, maar om die met zekerheid te determineren zullen we later eens moeten terugkeren als de planten in bloei of in vrucht staan.

We sloegen daarna de Glasgowstraat in, waar we enkele meer ‘gewone’ planten aan onze lijst konden toevoegen. Op het einde van een grasveldje vonden we daar ook groot glaskruid (Parietaria officinalis).

Eenmaal aan de kade in de Voorhavenkaai konden we op de kaaimuren speuren naar de verschillende varensoorten, waaronder de blaasvaren (Cystopteris fragilis). Een merkwaardig boompje langs de kade met mooie ingesneden bladen bleek de papiermoerbei (Broussonetia papyrifera) te zijn. Het viel ons hier ook op dat er verschillende inlandse planten te zien waren, die hier normaal niet te verwachten zijn, zoals gele kamille, wondklaver, bevertjes, wede, beemdkroon, kleine mantelanjer en blaassilene. Wellicht zijn deze hier verwilderd uit vroegere inzaai in de buurt.

Op de terugweg naar onze startplaats konden we onder de invallende duisternis nog heksenmelk (Euphorbia esula) aan onze lijst toevoegen. Zo kwamen tot een mooi lijstje van 256 gevonden planten, waarbij heel wat merkwaardige soorten, die we op onze ‘normale’ streeptochten niet terugvinden.

Verslag PWG streeptocht 16/06/2022: Skaldenpark Desteldonk – hok C3-53-24

Willy Desmettre

Mogelijk hadden het afgelegen hok, het warme weer en onze raad om voor deze streeptocht zeker een lange broek te dragen sommigen afgeschrikt, want we waren slechts met 5 deelnemers voor deze streeptocht in en rond het Skaldenpark in Desteldonk.

Vanaf het kapelletje in de Nokerstraat gingen we in het wandelpad met aan de ene zijde het industriegebied en aan de andere zijde een landbouwgebied. Eenmaal in het hok konden we daar al de meeste algemene bermplanten noteren, maar ook stijve zonnebloem (Helianthus laetiflorus) en Silene x hampeana, de kruising tussen de dagkoekoeksbloem en de avondkoekoeksbloem. In de gracht stond er een statige zwanenbloem (Butomus umbellatus) en de rand van een tarweveld leverde ons ook een aantal nieuwe planten als greppelrus, moerasdroogbloem, moeraskers en lidrus. Toen Pierre plots verdween in het tarweveld, bleek dat hij er een open plek gevonden had, die vol stond met driebloemige nachtschade. Eenmaal terug op het pad was het vooral de stijve windhalm (Apera interrupta) die onze aandacht trok.

Normaal was het bedoeling om langsheen de rand van de industriezone naar de ruige vlakte in het buffergebied te trekken, maar de hoog opgeschoten netels en distels in die zone maakten het ons onmogelijk om daar zo op een comfortabele manier te geraken. We zijn dan ook terug gekeerd naar onze wagens en we hebben we ons verplaatst naar de Rostijnenstraat, van waaruit we via de Lochtingweg terug in het hok kwamen aan de zuidkant van het industrieterrein. Hier vonden we o.a. welriekende ganzenvoet (Dysphania ambrosioides) en kleinbloemige amsinckia (Amsinckia micrantha).

Eenmaal op het industrieterrein zelf zagen we opnieuw de Hordeum murinum subsp. leporinum, die verschilt van het gewone kruipertje doordat de 2 zijbloemen duidelijk groter zijn dan de centrale bloem en deze laatste op een steeltje staat van ongeveer 1mm. Verschillende zoutminnende planten als hertshoornweegbree, zilte schijnspurrie en Deens lepelblad waren hier ook te zien, en verder zagen we er klein vogelpootje, bleke morgenster en Hongaarse raket.

Op het einde van de Skaldenstraat trokken we dan naar het buffergebied, waar we eerst netels, distels en grote kaardenbol moesten trotseren om op de vlakte te geraken. Terwijl het stilaan donker werd, vonden we daar o.a. zilverhaver, duizendguldenkruid, zandhoornbloem, aardaker en gevlekte scheerling.

Uiteindelijk konden we terugblikken op een geslaagde avond in een hok waarvan we vooraf niet te veel verwachtten. Door de gevarieerde vegetatie in de verschillende biotopen konden we 241 planten aanstrepen.

Verslag PWG streeptocht 17/06/2022: Boerse Poort en Spoorwegdijkpad Bourgoyen Gent hok D3-12-33

Willy Desmettre

Daar we met de Plantenwerkgroep ons steentje wilden bijdragen aan de 1000-soortendag in de Bourgoyen-Ossemeersen, hadden we besloten om de Boerse Poort en de omgeving van het Spoorwegdijkpad voor onze rekening te nemen. We konden nu ook enkele percelen in het gebied bezoeken, die normaal niet toegankelijk zijn, en met Geert Heyneman, de stadsecoloog van Gent, hadden we een ideale gids om ons de interessantste plekjes in het gebied te tonen.


Plantenwerkgroep op 1000-soortendag Bourgoyen-Ossemeersen (Annick Verstraete)

Op deze warme avond gingen we met 14 personen vanaf de brug bij de ontwateringsmolen richting Boerse Poort. We zagen er onder andere kamgras en pluimzegge. In het bosgedeelte stonden er naast de gewone bos- en beekplanten ook enkele planten, die daar al lang geleden waren verwilderd als wijnstok, kroosjes, kruisbes, lijsterbesspirea en buxuskamperfoelie. Binnen het gebied van de volkstuintjes konden we verschillende akkeronkruiden noteren, maar er waren daar ook enkele planten te zien, die er nog spontaan groeiden uit de oude zaadbank, met als meest merkwaardige het bilzekruid (Hyoscyamus niger). We vonden er ook gewone steenraket (Erysimum cheiranthoides) en welriekende ganzenvoet (Dysphania ambrosioides) en in het water stond er naast grote lisdodde ook kikkerbeet (Hydrocharis morsus-ranae).


2 van de 1000: Bilzekruid en Boslathyrus (Annick Verstraete)

We vervolgden onze weg op het pad richting Drongensesteenweg om dan langs de Leie terug te keren naar de ontwateringsmolen. Ondertussen konden we verschillende planten aan ons lijstje toevoegen, zoals vierzadige wikke, oeverbies, mannagras, boslathyrus en paardengras.

Vandaar trokken we naar het dotterbloemgrasland, dat normaal afgesloten is voor het publiek. We zagen er moerasvergeet-mij-nietje, penningkruid, geknikte vossenstaart, moeraswalstro, gele waterkers, holpijp, zwanenbloem, gewone waterbies, grote trosdravik, tweerijige zegge, poelruit, etc…

Eenmaal terug op het Spoorwegdijkpad konden we niet voorbij de koraalmeidoorn (Crataegus rhipidophylla). Aan de rand van de omheinde zone stond er, zoals aangegeven op het bordje, rapunzelklokje en wilde reseda. Beemdkroon was er echter nergens meer te zien.

Via een binnenwegje onder en over omgevallen bomen daalden we af naar het fietspad. Ter hoogte van het Papiermolenpark zagen we nog een zaailing van de douglasspar, en enkele nieuwe grassen als beemdlangbloem, hoge dravik en knolglanshaver. Zo hebben we met de 265 gevonden planten ook onze bijdrage kunnen leveren aan de geslaagde 1000-soortendag in de Bourgoyen-Ossemeersen.

Verslag PWG streeptocht 28/06/2022:
Vaerbeke – Zevergem, hok D3-41-42

Annick Verstraete

Een mooie lange zomeravond, geschikt dus om een groot graslandhok te doen. Twintig plantenliefhebbers hebben er evenveel zin in als ik. Maar het valt me tegen. Een coronawandeling begin april op die plek, deed toen mijn verwachtingen voor vandaag hoger oplaaien. Gelukkig komt er wat verandering in de verruigde netelige bermen. Hier en daar spotten we een weggedrongen Gewone agrimonie en plekken met Kleine kaardenbol.

Even verder kruist de Schelde een hoekje van ons hok en verkennen we de oevers en een lager gelegen weide. Daar worden we alleen maar blijer van met Moerasmelkdistel, Gevleugeld hertshooi, Poelruit, Zomp- en Moerasvergeet-mij-nietje, Penningkruid, Rode waterereprijs, Platte rus en een oefening in zeggesoorten: Scherpe, Tweerijige, Ruige, Zeegroene, Gewone berm- en  Valse voszegge.


Gevleugeld hertshooi (Claude Grandsart)

De grachten langs het wandelpad leveren nog meer vochtminnende planten op:  Mannagras, Gele waterkers, Moerasspirea, Groot moerasscherm, …  Uit een vijverboord van Kleine lisdodde komt hier en daar een Grote egelskop, een Watertorkruid  of een Moerasandoorn piepen. En dan verdwijnen enkelen na een gesprek over een waarneming van 50 jaar geleden (de verteller houden we om privacyredenen geheim).  En die enkelen komen een hele poos later glunderend tevoorschijn van hun geheime missie. Nu wel 100 Addertongen aanwezig!  50 jaar geleden waren het slechts enkele.


Addertong (Pierre Van Vooren)

Hoe het over 50 jaar zal zitten, is voor een andere geschiedschrijver. Ik hoop dat het dan wel 1000 Addertongen zijn. Vandaag noteerde ik alvast 202 plantensoorten bij Vaerbeke.

Verslag PWG streeptocht 7/07/2022: Bellevue Ledeberg hok D3-22-42

Annick Verstraete

Keep it simple! Kan dat nog wel?

Klimaatverandering, haveninwijkelingen, bloembommetjes, toerisme, bloemenweides, plantsoenen, voormalige woonbootoevertuintjes, je vindt ze allemaal in de stad. Stof voor discussie op deze Ledebergse avond. Argumenten voor het streepje en tegen het streepje. Dwarse streepjes deze avond van -onwaarschijnlijk spontaan- Klein trilgras tot -waarschijnlijk ingezaaid- Slangenkruid.

Dan maar beslist om alles te strepen dat al vanuit de zaaibron verderop is uitgezwermd of hoogstwaarschijnlijk de komende jaren het pad van de verwildering zal kiezen. Zo kom ik aan 288 soorten voor de avond te Bellevue in Ledeberg.

De start was een verdoken groen plekje, het Meierijpark met een visvijver. Ik kende het van mijn kinderjaren, achterop de fiets bij mijn grootmoeder. Daar streepten we o.a. een heel mooie Heggenrank, Veerdelig tandzaad, Valse voszegge, Hoge cyperzegge, Gele plomp, Oeverzegge, Gevleugeld hertshooi. Ook tuinplanten als Damastbloem, Chinees vergeet-mij-nietje, muntsoorten.  Langs een dreefje kwamen we aan de Schelde met Grote engelwortel en Gele waterkers. De oude muren in de buurt leverden Muurvaren, Muurleeuwenbek en Muurpeper.


Heggenrank, “Chinees vergeet-mij-nietje” en Muurleeuwenbek (Claude Grandsart)

We drentelden de hele Scheldeoever af tot aan het centrum van Ledeberg. Leuke planten stonden her en der verspreid: Bonte leeuwenbek, Muskuskaasjeskruid, Slangenkruid, Klein trilgras, Gele ganzenbloem. Soms een heel eind verderop zag je dan een ingezaaid stuk met dezelfde planten. Dat gebeurde ook met aanplant van bomen en struiken. Op verschillende plaatsen was een zaadje ontkiemt van Wollige sneeuwbal, Hollandse linde of Zweedse lijsterbes. Dichterbij de spoorweg ontdekten we Wouw, Wilde reseda en Zachte wikke.


Bonte leeuwenbek en Zweedse lijsterbes (Claude Grandsart)

Maar liefst drie kruidkersen deze keer: Steenkruidkers, Amerikaanse kruidkers en Veldkruidkers.
Alles samen met de andere 17 superenthousiaste deelnemers. Waarvoor dank!


Veldkruidkers (Antoon De Rycke)

Verslag PWG streeptocht 19/07/2022: Durmakker Belzele hok C3-52-33

Willy Desmettre

Het was de warmste dag van het jaar en de hoge temperatuur had de meesten afgeschrikt. We stonden dan ook met slechts 2 personen op onze afspraakplaats en waren al van plan om de streeptocht af te blazen en uit te stellen naar een latere datum, toen Koen ook kwam opdagen.

Met zijn drieën startten we dan toch de streeptocht en begonnen deze langs de Nieuwe Kale. Naast de courante oeverplanten als grote egelskop, lisdodde, echte valeriaan en gele waterkers, was het vooral het pijlkruid dat ons daar opviel.

Langs de straat in de Durmakker stond er o.a. wilde reseda, grijze mosterd, akkermelkdistel, brede wespenorchis, brandpastinaak.

Op weg naar de Ringvaart zagen we duizendguldenkruid, dat we later nog massaal zouden terugzien langs de Westbekesluis. Daar vonden we langs de oude spoorweg nog klein robertskruid en langs de Ringvaart grote klit en bolletjesraket.

In de ruigten achter het industriegebied stond er grote kaardenbol, kromhals, kruldistel en wouw. Met blaartrekkende boterbloem konden we uiteindelijk onze streeptocht afsluiten met 194 gevonden planten.

Verslag PWG streeptocht 26/07/2022: Omgeving Domein Vyncke-Bovyn in Mariakerke hok D3-12-13

Willy Desmettre

Na de hitte van de vorige streeptocht was het vandaag een ideaal weertje om er eens op uit te trekken voor een planteninventarisatie. We stonden dan ook met 17 personen voor ‘De wijze eik’.

In de directe omgeving konden we al de meeste algemene planten aanstrepen, maar we vonden er ook klein liefdesgras, ruige fijnstraal, gladde witbol, tuinkers en pluimgierst. Op het kruispunt met de Groenestaakstraat stond naast brede wespenorchis fraaie vrouwenmantel en Amerikaans krentenboompje.

We vervolgden onze weg langs de Eeklostraat met o.a. kleine leeuwenbek, kransmuur, kleine majer, akkerereprijs, kale gierst en stijf straatliefdesgras. Eenmaal in de Losweg waren de ‘putjeskijkers’ niet meer te houden, en het ene na het andere rioolputje werd er geopend. Het resultaat was dan ook navenant : een wilde tomatenplant, mannetjesvaren, wijfjesvaren, tongvaren en ook ijzervaren.

Het domein Vyncke-Bovyn dateert van het begin van de 19e eeuw. Er werd hier in 1802 een landhuis gebouwd in neoclassicistische stijl en het domein omvatte een lusttuin, weidse grasperken en een vijver, waarbij verschillende paden doorheen de vegetatie kronkelden. Sinds de Tweede Wereldoorlog werden er in het park nog weinig onderhoudswerken uitgevoerd, zodat de vegetatie er de kans kreeg zich op een natuurlijke wijze te ontwikkelen. In 1980 nam de stad Gent het domein over en tracht de Groendienst er een gepast evenwicht te vinden tussen het behoud van de historische kenmerken van de landschapsstijl en de natuurlijke ontwikkelingen.

We zagen daar dan ook verschillende bosplanten als ijle zegge, schaduwgras, bosereprijs en salomonszegel, en zaailingen uit de aloude aanplant van o.a. tamme kastanje, paardenkastanje en Portugese laurierkers. Straatwolfsmelk had hier ook al een plaatsje gevonden tussen de stenen op het pad bij de bebouwing en we vonden ook een gekende groeiplaats van adderwortel terug. Toch had Geert hier voor ons nog een verassing in petto met het gazonmosvarentje (Selaginella kraussiana), dat langs de muur in het grasveld groeide.

Het was intussen al na 21 uur, en we spoedden ons dan ook via de Damstraat en de Mazestraat naar de Brugsevaart. Onderweg zagen we in de straatgoot en op de stoep verschillende tuinplanten, die wellicht waren verwilderd uit naburige tuinen, zoals citroenmelisse, slaapbol, echte lavendel, oranje havikskruid, zilverschildzaad, moederkruid, tuinjudaspenning, reuzenberenklauw en een zaailing van de althaeastruik. Groot glaskruid en hondspeterselie konden we hier ook aan onze lijst toevoegen.

Aan de Brugsevaart vonden we zeekweek, asperge, akkerhoornbloem, kraailook en grote teunisbloem. Intussen was het al te donker geworden om nog veel planten te herkennen, maar toch slaagde Pierre er nog in om enkele bleke klaprozen te vinden. Daarmee konden we onze geslaagde inventarisatietocht afsluiten met 275 aangestreepte planten.

Verslag PWG streeptocht 04/08/2022: Bottelare centrum hok D3-43-31

Willy Desmettre

We wilden deze avond een km-hok inventariseren waar de Gentse Plantenwerkgroep nog nooit geweest was en dat het op het eerste zicht niet zo interessant leek. Het omvat het centrum van Bottelare, met de kerk en het kerkhof, enkele dorpsstraten en voor de rest nagenoeg enkel maïsvelden.

Het voorspelde onweer bleef uit en de temperaturen waren al iets draaglijker dan de voorbije dagen, zodat er toch 19 mensen waren samengekomen aan de Sint-Annakerk voor deze streeptocht.

We begonnen op het kerkhof. Daar zagen we muurfijnstraal, kaal breukkruid, schapenzuring, Jacobaea x albescens, kleine leeuwentand, spurrie en verwilderde echte gamander.

Dan bezochten we het speelpleintje naast het kerkhof, waar we o.a. zaailingen vonden van de vederesdoorn. Daarna verlieten we de dorpskom via het netwerk van trage wegen doorheen de maïsvelden.

Het begon daar hoopgevend met een massa paardengras aan de rand van het eerste veld. Hoewel het verder maar eentonig lopen was tussen de maïsvelden, troffen we er 3 soorten naaldaar, naast opvallend veel veenwortel en hondspeterselie.

Op een braakliggend stuk grond aan de Koningin Astridlaan werd onze aandacht getrokken door 3 daar aangeplante olijfbomen, en vooral door hetgeen we eronder vonden, namelijk Spaanse dravik (Anisantha madritensis) en een stekelige asperge, die naderhand als Asparagus acutifolius werd gedetermineerd. Deze 2 zuiderse planten werden hier allicht samen met de olijfbomen aangevoerd.

We vervolgden onze weg langs de trage wegen aan de overkant van de straat. Aan de rand van een weg zagen we er verschillende zaailingen van wollige sneeuwbal en andere bomen. De trage weg was verder opeens verdwenen, daar een landbouwer een manier had gevonden om er zijn perceel iets uit te breiden, waardoor we ons daar langs de maïs moesten wurmen om onze weg te kunnen vervolgen. Verderop viel ons aan de rand van een weide het schermhavikskruid op.

Om onze tocht te voltooien trokken we nog door enkele dorpsstraten, waarbij we ruige klaproos, hazenpootje en straatwolfsmelk aan ons lijstje konden toevoegen. Zo konden we de avond afsluiten met 189 streepjes, hetgeen zeker heel wat meer was dan we vooraf hadden verwacht.



Advertentie

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Twitter-afbeelding

Je reageert onder je Twitter account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s